Door veroudering kan het glasvocht op een gegeven moment loskomen van het netvlies. Dit gaat vaak gepaard met zwevende vlekjes, lichtflitsen en leidt in sommige gevallen tot verminderd zicht. Soms ontstaat hierbij een scheurtje in het netvlies waardoor ook het netvlies kan gaan loslaten.

In het oog is de gehele ruimte tussen de lens en het netvlies gevuld met glasvocht (figuur 1). Met het ouder worden verandert de samenstelling van het glasvocht geleidelijk, waardoor het op een gegeven moment los kan komen van het netvlies (figuur 2). Dit wordt een achterste glasvochtloslating genoemd.

Dit is een normaal proces dat plotseling optreedt, maar soms kan hierbij een bloeding in het glasvocht of een scheurtje in het netvlies ontstaan (figuur 3). Door zo'n scheurtje kan vocht onder het netvlies komen, waardoor het netvlies los komt te liggen. Dit noemen we een netvliesloslating of ablatio retinae (figuur 4).

Bij een netvliesloslating is een operatie noodzakelijk, omdat anders het gezichtsvermogen uiteindelijk verloren gaat.

Een  achterste glasvochtloslating gaat vaak gepaard met zwevende vlekjes, lichtflitsen en leidt in sommige gevallen tot verminderd zicht.

Naast het slinken van het glasvocht ontstaan er door veroudering ook troebelingen in het glasvocht. Deze kunnen worden waargenomen als zwevende vlekjes, vooral tegen een lichte achtergrond. Ze worden ook wel mouches volantes (zwevende vliegjes) genoemd.
Bij een achterste glasvochtloslating kunnen deze vlekjes vaak duidelijker zichtbaar worden en soms nemen ze in aantal toe. Er kan zelfs een vrij grote zwevende vlek of een waas ontstaan.
Als een achterste glasvochtloslating optreedt, kan het glasvochtmembraan op plaatsen waar het steviger vastzit aan het netvlies, aan het netvlies trekken. Dit gaat meestal gepaard met het zien van lichtflitsen, vooral 's avonds of in een donkere omgeving. Zo'n lichtflits wordt vaak omschreven als een kortdurende bliksemschicht aan de zijkant van het oog.

Afhankelijk van de hoeveelheid en de plaats van de troebelingen in het glasvocht kan een achterste glasvochtloslating leiden tot een verminderd zicht, vooral wanneer de troebelingen zich centraal bevinden. Omdat de troebelingen zweven en daardoor verplaatsen in de glasvochtruimte, zal het zicht wisselend zijn.

Indien u plotseling meer zwevende vlekjes, een grotere vlek of waas ziet, lichtflitsen waarneemt of last krijgt van verminderd zicht dient u contact op te nemen met uw oogarts.